Aantal werkwoord vormen: 51
Gebiedende wijs en deelwoorden
Present Participle overwintering
Present Participle overwintered
Imperative overwinter
Soort I you he/she/it we you they
Present overwinter overwinter overwinters overwinter overwinter overwinter
Past overwintered overwintered overwintered overwintered overwintered overwintered
Future will overwinter will overwinter will overwinter will overwinter will overwinter will overwinter
Present conditional would overwinter would overwinter would overwinter would overwinter would overwinter would overwinter
Past conditional would have overwintered would have overwintered would have overwintered would have overwintered would have overwintered would have overwintered
Present Perfect have overwintered have overwintered has overwintered have overwintered have overwintered have overwintered
Past Perfect had overwintered had overwintered had overwintered had overwintered had overwintered had overwintered
Future Perfect will have overwintered will have overwintered will have overwintered will have overwintered will have overwintered will have overwintered

Gelijksoortige werkwoordenoverwinter

Vervoegde woorden voor en na overwinter

« overwinter »