NL Nederlands vervoegde werkwoorden op alfabetische volgorde D
- daarlaten ... darren
- dartelen ... decanteren
- decentraliseren ... dedicaceren
- deduceren ... deizen
- dejeuneren ... delven
- demagnetiseren ... demoralizeren
- demotiveren ... deodorizeren
- depanneren ... deren
- derogeren ... desisteren
- desodoriseren ... deugen
- deuken ... dichtgespen
- dichtgooien ... dichtslaan
- dichtslibben ... dienstweigeren
- diepen ... diplomeren
- dippen ... dispenseren
- displayen ... doedelen
- doeken ... domiciliëren
- domineren ... doodgooien
- doodhakken ... doodsteken
- doodtrappen ... doorbloeien
- doorborduren ... doordrukken
- doorduwen ... doorglijden
- doorgloeien ... doorkletsen
- doorklieven ... doorlezen
- doorlichten ... doorrazen
- doorredeneren ... doorschudden
- doorschuiven ... doorspitten
- doorspoelen ... doortochten
- doortrainen ... doorvreten
- doorwaaien ... doorzieken
- doorzien ... doubleren
- douchen ... dretsen
- dreunen ... droogmalen
- droogscheren ... druppen
- dubbelen ... duren
- durven ... dysfunctioneren