Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden
Tegenwoordig en verleden deelwoord anonimiserend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geanonimiseerd
Soort ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens anonimiseer anonimiseert anonimiseert anonimiseren anonimiseren anonimiseren
Imperfect anonimiseerde anonimiseerde anonimiseerde anonimiseerden anonimiseerden anonimiseerden
Toekomende tijd I zal anonimiseren zult anonimiseren zal anonimiseren zullen anonimiseren zullen anonimiseren zullen anonimiseren
Conditionalis I zou anonimiseren zou anonimiseren zou anonimiseren zouden anonimiseren zouden anonimiseren zouden anonimiseren
Perfectum heb geanonimiseerd hebt geanonimiseerd heeft geanonimiseerd hebben geanonimiseerd hebben geanonimiseerd hebben geanonimiseerd
Voltooid verleden tijd had geanonimiseerd had geanonimiseerd had geanonimiseerd hadden geanonimiseerd hadden geanonimiseerd hadden geanonimiseerd
Toekomende tijd II zal geanonimiseerd hebben zult geanonimiseerd hebben zal geanonimiseerd hebben zullen geanonimiseerd hebben zullen geanonimiseerd hebben zullen geanonimiseerd hebben
Conditionalis II zou hebben geanonimiseerd zou hebben geanonimiseerd zou hebben geanonimiseerd zouden hebben geanonimiseerd zouden hebben geanonimiseerd zouden hebben geanonimiseerd
Imperatief - anonimiseer - - anonimiseert -

Gelijksoortige werkwoordenanonimiseren

Vervoegde woorden voor en na anonimiseren

« anonimiseren »