Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | introuwend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | ingetrouwd |
Soort | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | trouw in | trouwt in | trouwt in | trouwen in | trouwen in | trouwen in |
Imperfect | trouwde in | trouwde in | trouwde in | trouwden in | trouwden in | trouwden in |
Toekomende tijd I | zal introuwen | zult introuwen | zal introuwen | zullen introuwen | zullen introuwen | zullen introuwen |
Conditionalis I | zou introuwen | zou introuwen | zou introuwen | zouden introuwen | zouden introuwen | zouden introuwen |
Perfectum | ben ingetrouwd | bent ingetrouwd | is ingetrouwd | zijn ingetrouwd | zijn ingetrouwd | zijn ingetrouwd |
Voltooid verleden tijd | was ingetrouwd | was ingetrouwd | was ingetrouwd | waren ingetrouwd | waren ingetrouwd | waren ingetrouwd |
Toekomende tijd II | zal ingetrouwd zijn | zult ingetrouwd zijn | zal ingetrouwd zijn | zullen ingetrouwd zijn | zullen ingetrouwd zijn | zullen ingetrouwd zijn |
Conditionalis II | zou zijn ingetrouwd | zou zijn ingetrouwd | zou zijn ingetrouwd | zouden zijn ingetrouwd | zouden zijn ingetrouwd | zouden zijn ingetrouwd |
Imperatief | - | trouw in | - | - | trouwt in | - |
Gelijksoortige werkwoordenintrouwen
Vervoegde woorden voor en na introuwen
Meer handelingen voor introuwen