Aantal werkwoord vormen: 18
Gebiedende wijs en deelwoorden
Tegenwoordig en verleden deelwoord kenend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gekeend
Soort ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens - - keent - - kenen
Imperfect - - keende - - keenden
Toekomende tijd I - - zal kenen - - zult kenen
Conditionalis I - - zal kenen - - zullen kenen
Perfectum - - is gekeend - - zijn gekeend
Voltooid verleden tijd - - was gekeend - - waren gekeend
Toekomende tijd II - - zal gekeend zijn - - zult gekeend zijn
Conditionalis II - - zal zijn gekeend - - zullen zijn gekeend

Gelijksoortige werkwoordenkenen

Vervoegde woorden voor en na kenen

« kenen »