Woxikon / Werkwoorden / Nederlands / K / ketteren

NL Nederlands vervoeging van ketteren

Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden
Tegenwoordig en verleden deelwoord ketterend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geketterd
Soort ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens ketter kettert kettert ketteren ketteren ketteren
Imperfect ketterde ketterde ketterde ketterden ketterden ketterden
Toekomende tijd I zal ketteren zult ketteren zal ketteren zullen ketteren zullen ketteren zullen ketteren
Conditionalis I zou ketteren zou ketteren zou ketteren zouden ketteren zouden ketteren zouden ketteren
Perfectum heb geketterd hebt geketterd heeft geketterd hebben geketterd hebben geketterd hebben geketterd
Voltooid verleden tijd had geketterd had geketterd had geketterd hadden geketterd hadden geketterd hadden geketterd
Toekomende tijd II zal geketterd hebben zult geketterd hebben zal geketterd hebben zullen geketterd hebben zullen geketterd hebben zullen geketterd hebben
Conditionalis II zou hebben geketterd zou hebben geketterd zou hebben geketterd zouden hebben geketterd zouden hebben geketterd zouden hebben geketterd
Imperatief - ketter - - kettert -

Gelijksoortige werkwoordenketteren

Vervoegde woorden voor en na ketteren

« ketteren »

Meer handelingen voor ketteren