Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | kussend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | gekust |
Soort | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | kus | kust | kust | kussen | kussen | kussen |
Imperfect | kuste | kuste | kuste | kusten | kusten | kusten |
Toekomende tijd I | zal kussen | zult kussen | zal kussen | zullen kussen | zullen kussen | zullen kussen |
Conditionalis I | zou kussen | zou kussen | zou kussen | zouden kussen | zouden kussen | zouden kussen |
Perfectum | heb gekust | hebt gekust | heeft gekust | hebben gekust | hebben gekust | hebben gekust |
Voltooid verleden tijd | had gekust | had gekust | had gekust | hadden gekust | hadden gekust | hadden gekust |
Toekomende tijd II | zal gekust hebben | zult gekust hebben | zal gekust hebben | zullen gekust hebben | zullen gekust hebben | zullen gekust hebben |
Conditionalis II | zou hebben gekust | zou hebben gekust | zou hebben gekust | zouden hebben gekust | zouden hebben gekust | zouden hebben gekust |
Imperatief | - | kus | - | - | kust | - |
Gelijksoortige werkwoordenkussen
Vervoegde woorden voor en na kussen
Meer handelingen voor kussen