Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | latiniserend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | gelatiniseerd |
Soort | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | latiniseer | latiniseert | latiniseert | latiniseren | latiniseren | latiniseren |
Imperfect | latiniseerde | latiniseerde | latiniseerde | latiniseerden | latiniseerden | latiniseerden |
Toekomende tijd I | zal latiniseren | zult latiniseren | zal latiniseren | zullen latiniseren | zullen latiniseren | zullen latiniseren |
Conditionalis I | zou latiniseren | zou latiniseren | zou latiniseren | zouden latiniseren | zouden latiniseren | zouden latiniseren |
Perfectum | heb gelatiniseerd | hebt gelatiniseerd | heeft gelatiniseerd | hebben gelatiniseerd | hebben gelatiniseerd | hebben gelatiniseerd |
Voltooid verleden tijd | had gelatiniseerd | had gelatiniseerd | had gelatiniseerd | hadden gelatiniseerd | hadden gelatiniseerd | hadden gelatiniseerd |
Toekomende tijd II | zal gelatiniseerd hebben | zult gelatiniseerd hebben | zal gelatiniseerd hebben | zullen gelatiniseerd hebben | zullen gelatiniseerd hebben | zullen gelatiniseerd hebben |
Conditionalis II | zou hebben gelatiniseerd | zou hebben gelatiniseerd | zou hebben gelatiniseerd | zouden hebben gelatiniseerd | zouden hebben gelatiniseerd | zouden hebben gelatiniseerd |
Imperatief | - | latiniseer | - | - | latiniseert | - |
Gelijksoortige werkwoordenlatiniseren
Vervoegde woorden voor en na latiniseren
Meer handelingen voor latiniseren