Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | metaboliserend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | gemetaboliseerd |
Soort | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | metaboliseer | metaboliseert | metaboliseert | metaboliseren | metaboliseren | metaboliseren |
Imperfect | metaboliseerde | metaboliseerde | metaboliseerde | metaboliseerden | metaboliseerden | metaboliseerden |
Toekomende tijd I | zal metaboliseren | zult metaboliseren | zal metaboliseren | zullen metaboliseren | zullen metaboliseren | zullen metaboliseren |
Conditionalis I | zou metaboliseren | zou metaboliseren | zou metaboliseren | zouden metaboliseren | zouden metaboliseren | zouden metaboliseren |
Perfectum | heb gemetaboliseerd | hebt gemetaboliseerd | heeft gemetaboliseerd | hebben gemetaboliseerd | hebben gemetaboliseerd | hebben gemetaboliseerd |
Voltooid verleden tijd | had gemetaboliseerd | had gemetaboliseerd | had gemetaboliseerd | hadden gemetaboliseerd | hadden gemetaboliseerd | hadden gemetaboliseerd |
Toekomende tijd II | zal gemetaboliseerd hebben | zult gemetaboliseerd hebben | zal gemetaboliseerd hebben | zullen gemetaboliseerd hebben | zullen gemetaboliseerd hebben | zullen gemetaboliseerd hebben |
Conditionalis II | zou hebben gemetaboliseerd | zou hebben gemetaboliseerd | zou hebben gemetaboliseerd | zouden hebben gemetaboliseerd | zouden hebben gemetaboliseerd | zouden hebben gemetaboliseerd |
Imperatief | - | metaboliseer | - | - | metaboliseert | - |
Gelijksoortige werkwoordenmetaboliseren
Vervoegde woorden voor en na metaboliseren
Meer handelingen voor metaboliseren