Woxikon / Werkwoorden / Nederlands / P / pocheren

NL Nederlands vervoeging van pocheren

Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden
Tegenwoordig en verleden deelwoord pocherend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gepocheerd
Soort ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens pocheer pocheert pocheert pocheren pocheren pocheren
Imperfect pocheerde pocheerde pocheerde pocheerden pocheerden pocheerden
Toekomende tijd I zal pocheren zult pocheren zal pocheren zullen pocheren zullen pocheren zullen pocheren
Conditionalis I zou pocheren zou pocheren zou pocheren zouden pocheren zouden pocheren zouden pocheren
Perfectum heb gepocheerd hebt gepocheerd heeft gepocheerd hebben gepocheerd hebben gepocheerd hebben gepocheerd
Voltooid verleden tijd had gepocheerd had gepocheerd had gepocheerd hadden gepocheerd hadden gepocheerd hadden gepocheerd
Toekomende tijd II zal gepocheerd hebben zult gepocheerd hebben zal gepocheerd hebben zullen gepocheerd hebben zullen gepocheerd hebben zullen gepocheerd hebben
Conditionalis II zou hebben gepocheerd zou hebben gepocheerd zou hebben gepocheerd zouden hebben gepocheerd zouden hebben gepocheerd zouden hebben gepocheerd
Imperatief - pocheer - - pocheert -

Gelijksoortige werkwoordenpocheren

Vervoegde woorden voor en na pocheren

« pocheren »

Meer handelingen voor pocheren