Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden
Tegenwoordig en verleden deelwoord professionalizerend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geprofessionalizeerd
Soort ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens professionalizeer professionalizeert professionalizeert professionalizeren professionalizeren professionalizeren
Imperfect professionalizeerde professionalizeerde professionalizeerde professionalizeerden professionalizeerden professionalizeerden
Toekomende tijd I zal professionalizeren zult professionalizeren zal professionalizeren zullen professionalizeren zullen professionalizeren zullen professionalizeren
Conditionalis I zou professionalizeren zou professionalizeren zou professionalizeren zouden professionalizeren zouden professionalizeren zouden professionalizeren
Perfectum heb geprofessionalizeerd hebt geprofessionalizeerd heeft geprofessionalizeerd hebben geprofessionalizeerd hebben geprofessionalizeerd hebben geprofessionalizeerd
Voltooid verleden tijd had geprofessionalizeerd had geprofessionalizeerd had geprofessionalizeerd hadden geprofessionalizeerd hadden geprofessionalizeerd hadden geprofessionalizeerd
Toekomende tijd II zal geprofessionalizeerd hebben zult geprofessionalizeerd hebben zal geprofessionalizeerd hebben zullen geprofessionalizeerd hebben zullen geprofessionalizeerd hebben zullen geprofessionalizeerd hebben
Conditionalis II zou hebben geprofessionalizeerd zou hebben geprofessionalizeerd zou hebben geprofessionalizeerd zouden hebben geprofessionalizeerd zouden hebben geprofessionalizeerd zouden hebben geprofessionalizeerd
Imperatief - professionalizeer - - professionalizeert -

Gelijksoortige werkwoordenprofessionalizeren

Vervoegde woorden voor en na professionalizeren

« professionalizeren »