Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden
Tegenwoordig en verleden deelwoord rekwestrerend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gerekwestreerd
Soort ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens rekwestreer rekwestreert rekwestreert rekwestreren rekwestreren rekwestreren
Imperfect rekwestreerde rekwestreerde rekwestreerde rekwestreerden rekwestreerden rekwestreerden
Toekomende tijd I zal rekwestreren zult rekwestreren zal rekwestreren zullen rekwestreren zullen rekwestreren zullen rekwestreren
Conditionalis I zou rekwestreren zou rekwestreren zou rekwestreren zouden rekwestreren zouden rekwestreren zouden rekwestreren
Perfectum heb gerekwestreerd hebt gerekwestreerd heeft gerekwestreerd hebben gerekwestreerd hebben gerekwestreerd hebben gerekwestreerd
Voltooid verleden tijd had gerekwestreerd had gerekwestreerd had gerekwestreerd hadden gerekwestreerd hadden gerekwestreerd hadden gerekwestreerd
Toekomende tijd II zal gerekwestreerd hebben zult gerekwestreerd hebben zal gerekwestreerd hebben zullen gerekwestreerd hebben zullen gerekwestreerd hebben zullen gerekwestreerd hebben
Conditionalis II zou hebben gerekwestreerd zou hebben gerekwestreerd zou hebben gerekwestreerd zouden hebben gerekwestreerd zouden hebben gerekwestreerd zouden hebben gerekwestreerd
Imperatief - rekwestreer - - rekwestreert -

Gelijksoortige werkwoordenrekwestreren

Vervoegde woorden voor en na rekwestreren

« rekwestreren »