Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | ronddienend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | rondgediend |
Soort | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | dien rond | dient rond | dient rond | dienen rond | dienen rond | dienen rond |
Imperfect | diende rond | diende rond | diende rond | dienden rond | dienden rond | dienden rond |
Toekomende tijd I | zal ronddienen | zult ronddienen | zal ronddienen | zullen ronddienen | zullen ronddienen | zullen ronddienen |
Conditionalis I | zou ronddienen | zou ronddienen | zou ronddienen | zouden ronddienen | zouden ronddienen | zouden ronddienen |
Perfectum | heb rondgediend | hebt rondgediend | heeft rondgediend | hebben rondgediend | hebben rondgediend | hebben rondgediend |
Voltooid verleden tijd | had rondgediend | had rondgediend | had rondgediend | hadden rondgediend | hadden rondgediend | hadden rondgediend |
Toekomende tijd II | zal rondgediend hebben | zult rondgediend hebben | zal rondgediend hebben | zullen rondgediend hebben | zullen rondgediend hebben | zullen rondgediend hebben |
Conditionalis II | zou hebben rondgediend | zou hebben rondgediend | zou hebben rondgediend | zouden hebben rondgediend | zouden hebben rondgediend | zouden hebben rondgediend |
Imperatief | - | dien rond | - | - | dient rond | - |
Gelijksoortige werkwoordenronddienen
Vervoegde woorden voor en na ronddienen
Meer handelingen voor ronddienen