Aantal werkwoord vormen: 10
Gebiedende wijs en deelwoorden
Tegenwoordig en verleden deelwoord stofhagelend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gestofhageld
Soort ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens - - stofhagelt - - -
Imperfect - - stofhagelde - - -
Toekomende tijd I - - zal stofhagelen - - -
Conditionalis I - - zult stofhagelen - - -
Perfectum - - heeft gestofhageld - - -
Voltooid verleden tijd - - had gestofhageld - - -
Toekomende tijd II - - zal gestofhageld hebben - - -
Conditionalis II - - zult hebben gestofhageld - - -

Gelijksoortige werkwoordenstofhagelen

Vervoegde woorden voor en na stofhagelen

« stofhagelen »