Woxikon / Werkwoorden / Nederlands / S / succederen

NL Nederlands vervoeging van succederen

Aantal werkwoord vormen: 52
Gebiedende wijs en deelwoorden
Tegenwoordig en verleden deelwoord succederend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gesuccedeerd
Soort ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens succedeer succedeert succedeert succederen succederen succederen
Imperfect succedeerde succedeerde succedeerde succedeerden succedeerden succedeerden
Toekomende tijd I zal succederen zult succederen zal succederen zullen succederen zullen succederen zullen succederen
Conditionalis I zou succederen zou succederen zou succederen zouden succederen zouden succederen zouden succederen
Perfectum heb gesuccedeerd hebt gesuccedeerd heeft gesuccedeerd hebben gesuccedeerd hebben gesuccedeerd hebben gesuccedeerd
Voltooid verleden tijd had gesuccedeerd had gesuccedeerd had gesuccedeerd hadden gesuccedeerd hadden gesuccedeerd hadden gesuccedeerd
Toekomende tijd II zal gesuccedeerd hebben zult gesuccedeerd hebben zal gesuccedeerd hebben zullen gesuccedeerd hebben zullen gesuccedeerd hebben zullen gesuccedeerd hebben
Conditionalis II zou hebben gesuccedeerd zou hebben gesuccedeerd zou hebben gesuccedeerd zouden hebben gesuccedeerd zouden hebben gesuccedeerd zouden hebben gesuccedeerd
Imperatief - succedeer - - succedeert -

Gelijksoortige werkwoordensuccederen

Vervoegde woorden voor en na succederen

« succederen »

Meer handelingen voor succederen